‘Laten we die synergie blijven zoeken tussen iAMPro en ISO 55000’
Je moet weten waar Abraham de mosterd vandaan haalt... Dat blijkt ook uit een gesprek met Dick Hortensius over het onvolprezen iAMPro model voor assetmanagement. Vooropgesteld: hij is blij met deze populaire vertaalslag van het assetmanagement voor de fysieke leefomgeving. De toegevoegde waarde voor organisaties is immers overduidelijk. Maar de bron van dit gedachtegoed ligt toch echt bij de ISO 55000-serie. En ja, dan kom je op ‘t terrein van Hortensius. Hoe dat zit, legt hij uit in dit interview.
Dick is betrokken bij de Programma Adviesraad van CROW Essit en werkt bij NEN in Delft; het Nederlandse instituut dat alles weet over normen. Vanuit zijn organisatie is hij verantwoordelijk voor de Nederlandse inbreng bij de internationale normontwikkeling op het gebied van assetmanagement. Kortweg: de ISO 55000 serie. Hortensius legt uit: ‘Het is een serie van mondiale normen die op verschillende aspecten van assetmanagement ingaan. De belangrijkste norm daarvan – beter gezegd: het belangrijkste deel - is de ISO 55001. Daarin staan de eisen aan een assetmanagementsysteem. Bedrijven en organisaties kunnen die implementeren om op een goede wijze invulling te geven aan assetmanagement.’
Vooral het laatste jaar wordt binnen het netwerk steeds meer waarde gehecht aan de synergie en samenhang tussen ISO 55000 en iAMPro-model, merkt Hortensius. ‘Er was een sterke neiging om iAMPro verder te verzelfstandigen en door te ontwikkelen. Ik begrijp dat wel en ik denk ook dat dit goed is, gezien de doelgroep. Tegelijkertijd zie je binnen de doelgroep ook organisaties die verder willen professionaliseren en doorontwikkelen. Die organisaties hebben juist veel baat bij het toepassen van ISO 55000 en willen zich wellicht laten certificeren. Dus laten we die samenwerking vooral uitbouwen.’