Utrecht krijgt eigen circulair grondstoffendepot
De gemeente Utrecht krijgt een eigen grondstoffendepot voor de opslag van materialen uit de openbare ruimte die geschikt zijn voor hergebruik. Hiervoor is speciaal een stuk grond aangekocht op bedrijventerrein Lage Weide. Hier zal het eerste grondstoffendepot van Utrecht worden gerealiseerd, waar bijvoorbeeld stoeptegels en onderdelen van speeltuinen kunnen worden opgeslagen, gerepareerd en schoongemaakt, zodat ze later op een andere plek opnieuw kunnen worden gebruikt.
Met het depot zet de gemeente Utrecht een belangrijke stap richting het doel om in 2050 een volledig circulaire stad te zijn. “Hoe we omgaan met materialen is niet houdbaar,” vertelt wethouder Susanne Schilderman. “Daarom willen we als stad in 2050 volledig circulair zijn. Utrecht is één van de eerste steden in Nederland die op eigen grond een circulair grondstoffendepot realiseert. Ik ben er erg trots op want hiermee geven we onze materialen een nieuw leven. Bedrijventerrein Lage Weide staat al jaren bekend om hoe zij duurzaam met grondstoffen omgaan. Het is mooi dat wij hier onderdeel van gaan uitmaken, door een plek in te richten waar we kunnen experimenteren en leren over het hergebruik van materialen.”
Onlangs is de ‘Visie Utrecht Circulair 2050’ aan de gemeenteraad aangeboden, waarin staat beschreven hoe de gemeente wil komen tot een volledig circulaire stad in 2050. Om dat doel te bereiken is er genoeg ruimte nodig om circulaire activiteiten, zoals opslag en hergebruik van materiaal, mogelijk te maken. In de stad zijn veel waardevolle grondstoffen en herbruikbaar materiaal te vinden in de openbare ruimte, zoals stoeptegels, speeltoestellen en lichtmasten. Bij onderhoudswerkzaamheden en herinrichtingen komen veel van deze grondstoffen vrij. Nu is er vaak niet genoeg ruimte om deze (rest)materialen hoogwaardig te kunnen hergebruiken, bijvoorbeeld om de stoeptegels schoon te maken en te verpakken. Daardoor gaan die stoeptegels en andere verharding nu vaak naar de aannemer, waar er puin van wordt gemaakt voor onder andere wegfundering. Bij de productie van stoeptegels en andere verharding worden kostbare grondstoffen en energie verbruikt, waarbij er veel CO2 vrijkomt. Door het grondstoffendepot kunnen ze binnenkort een tweede leven krijgen. De komende maanden worden gebruikt om een inrichtingsplan te maken voor het terrein en het terrein klaar te maken voor het depot.
Samenwerking met andere Europese steden
Het gemeentelijk grondstoffendepot voor materialen uit de openbare ruimte is een nieuwe ontwikkeling, waar in Nederland en Europa nog weinig ervaring mee is. Utrecht ontvangt voor het ontwikkelen van een gemeentelijk grondstoffendepot een subsidie van €300.000,- uit het Noordwest Europa programma van Interreg Europe. Interreg Europe is een Europees initiatief waarbij verschillende Europese steden en organisatie worden ondersteund bij innovatieve projecten door onder andere subsidiemogelijkheden en kennisplatforms te bieden. Meerdere Europese steden en organisaties werken samen in het Noordwest Europa programma, dat zich richt op innovaties met en efficiënt gebruik van hulpbronnen en materialen.
Plek voor meer circulaire activiteiten
Naast het grondstoffendepot is er op de locatie ook plek voor andere circulaire activiteiten. In Utrecht stad en regio is ruimte voor bedrijvigheid zeer schaars. Gezien het belang van circulaire grondstofverwerkende bedrijven voor de stad en regio is het belangrijk dat we daar waar mogelijk sturen op het behoud van deze functies. Met het aankopen van deze locatie wil de gemeente naast het realiseren van een grondstoffendepot ook ruimte bieden aan essentiële circulaire bedrijvigheid. Zo biedt de locatie ruimte om in de nabije toekomst papierinzameling te huisvesten. Daarnaast zijn er kansen om groenrecycling een plek te geven. Deze mogelijkheden worden verkend, waarbij onder andere zaken zoals de capaciteit van het elektriciteitsnet worden meegenomen. De gunstige locatie van De Trip maakt het ook mogelijk en makkelijk om het transport van grondstoffen deels via het Amsterdam Rijnkanaal te doen, wat zorgt voor aanzienlijk minder transportbewegingen en lagere CO2-uitstoot.