Op weg naar een circulaire infrasector
De Dag van de Circulariteit is een jaarlijks terugkerende bron van informatie en inspiratie om onze sector te verduurzamen. Van beton tot asfalt en van SEB tot MKI: een breed scala aan onderwerpen kwam voorbij. Tijdens deze dag was CROW met diverse thema's volop onderdeel van het inhoudelijke programma en was tevens aanwezig met een kenniskraam om bezoekers te vertellen over de Routekaart Verduurzaming RAW en de lopende werkgroepen. Een terugblik.
Cementloos beton
Als het gaat om het verduurzamen van de bouw- en infrasector, speelt beton een cruciale rol. Jaarlijks wordt ongeveer 14 miljoen m3 beton verwerkt in de Nederlandse bouw. De gemiddelde CO₂ emissie van Nederlands beton is 299 kg/m3, zo staat te lezen in de Roadmap CO2 van het Betonakkoord. Het overgrote deel van deze emissie is gerelateerd aan het cement dat gebruikt wordt voor de productie van beton.
Een mogelijke oplossing is het gebruik van geopolymeerbeton. Oftewel: beton zonder cement. Daar wordt al volop mee geëxperimenteerd en onderzoek naar gedaan. In het project proeftuin geopolymeerbeton zijn verschillende projecten uitgevoerd en uitvoerig gemonitord. Tijdens de Dag van de Circulariteit presenteerde Ton van Beek (SKG-IKOB) hoopgevende resultaten. “De projecten liggen er net zo bij als regulier beton. Ook eventuele ontstane schades zijn niet anders dan bij traditioneel cementbeton.”
Thijs Beets, betontechnoloog bij Boskalis, bevestigt dat beeld. Hij was betrokken bij een fietsbrug bij de N69 in Noord-Brabant en een open tunnel onder de N206 in Zuid-Holland. Beide zijn gerealiseerd met geopolymeerbeton. “40 eigenschappen van geopolymeerbeton zijn hiervoor onderzocht. Die proeven zijn belangrijk om aan te tonen dat geopolymeerbeton gelijkwaardig is aan cementbeton. Dat is gelukt, alle ketenpartners zijn akkoord gegaan. En in het eindresultaat van de brug en de tunnel zie je geen verschil.” Binnen enkele jaren verwacht hij dat er ook een verkeersbrug met cementloos beton kan worden gerealiseerd.
Warm Mix Asfalt
Duurzaam asfalt is, letterlijk en figuurlijk, een hot item. Op 8 oktober publiceerde CROW de Richtlijn Warm Mix Asfalt (WMA)v1.0. Deze richtlijn biedt de gehele asfaltsector duidelijke kaders voor de productie en verwerking van WMA, waarmee de milieu-impact van asfaltwegen aanzienlijk wordt verkleind.
Tijdens de Dag van de Circulariteit gingen Inge van Vilsteren (Rijkswaterstaat) en Rémy van den Beemt (BAM Infra) dieper in op het belang van de transitie naar WMA. Van Vilsteren toonde met een grafiek aan dat het overgrote deel van de CO2-uitstoot in de asfaltketen aan het begin zit: in de bouwstoffen en de productie. “Met WMA hoeft minder gas te worden verstookt waardoor de CO2-uitstoot kan worden verminderd.
WMA wordt geproduceerd bij een temperatuur van maximaal 140 graden, in plaats van de ‘traditionele’ temperatuur van zo’n 180 graden. Daarvoor moesten in de bestaande mengsels technische aanpassingen worden gedaan om ervoor te kunnen zorgen dat ze ook bij lagere temperatuur goed mengen. Nadat een werkgroep daar lange tijd flink het hoofd over heeft gebogen, werd een aantal productietechnieken goedgekeurd. Daarmee kan een aantal RAW-mengsels worden geproduceerd. Daardoor is de Richtlijn een waardevolle aanvulling op de RAW-systematiek en kunnen opdrachtgevers en aannemers met WMA aan de slag op basis van RAW-bestekken en overige contracten. Inmiddels is al meer dan 2 miljoen ton WMA aangelegd, dus de ervaringen zijn al ruim.
Wat nodig is om van WMA een succes te maken? “Dat we het allemaal ook echt gaan doen”, is Van Vilsteren stellig. “Producenten moeten het echt gaan maken, opdrachtgevers moeten zich allemaal aansluiten bij de doelstelling om hot mix asfalt vanaf 1 januari 2025 uit te faseren.” Tegelijkertijd is de huidige richtlijn nog geen eindpunt. “Om écht de transitie te maken moeten we uiteindelijk nog lager gaan dan die 140 graden.”
Schoon en Emissieloos Bouwen
Namens de gemeente Eindhoven presenteerden Bas Drijvers en Vieve Smulders een methodiek om Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB) uit te vragen in de aanbesteding. Zero emissie wordt opgenomen als gunningscriterium voor alle projecten. Op elk project wordt een rekenmodel toegepast, waarbij werktuigen, voertuigen en gereedschap kunnen scoren op basis van hun duurzaamheid. Zero emissie krijgt bijvoorbeeld een 10, een Stage V-motor een 6 en een machine die helemaal niet is verduurzaamd een 1. Met de tijd worden de eisen strenger: bepaald materieel wordt dan helemaal niet meer toegestaan, terwijl de mate waarin gescoord kan worden voor de andere opties steeds strenger wordt beoordeeld.
De methodiek sluit aan bij de RAW-systematiek en is daardoor uniform toepasbaar in contracten. Smulders en Drijvers trekken met hun methodiek door het land om ook andere partijen te overtuigen van de meerwaarde. Meerdere gemeenten hebben het voorbeeld van Eindhoven inmiddels al gevolgd.
SEB staat ook binnen CROW hoog op de agenda. Afgelopen week werd de werkgroep SEB in RAW geïnstalleerd. Doel is om de eind 2023 door CROW uitgebrachte ‘Leidraad Schoon en Emissieloos Bouwen in de aanbesteding’ in de RAW-systematiek te verankeren.
MKI
De dag werd afgesloten met een thema waarvoor de interesse in de sector groot is, namelijk de milieukostenindicator (MKI). Tijdens de lunch sprak Marc de Rooy van het ministerie van I&W alle bezoekers toe, waarbij hij aanstipte dat CROW onderzoekt hoe MKI een plek te geven in de RAW-systematiek. Sinds afgelopen voorjaar loopt namelijk een RAW-werkgroep over dit thema. Nu de rijksoverheid heeft besloten tot de maatregel ‘sturende MKI’, wordt het stellen van MKI-eisen voor asfalt, beton en staal in grote GWW-projecten verplicht. “De roep om meer sturing was er al enkele jaren”, licht Charlie de Jong van het Ministerie van I&W toe. “Op verschillende plekken wordt verschillend aanbesteed, we moeten zorgen voor meer eenduidigheid. Daarnaast worden de klimaatdoelen niet gehaald als we op de oude voet doorgaan. Dus is meer drang en dwang vanuit de rijksoverheid nodig.”
Duurzaam adviesbureau Copper8 is aangesloten om te ondersteunen bij de implementatie van dit nieuwe MKI-beleid. Tomas Peeters, adviseur circulaire economie bij Copper8, vertelt meer over de gekozen aanpak. Dat is de zogenoemde koploper-peloton benadering. “Door koplopers gunningsvoordeel te geven via inkooptrajecten, krijg je een verlaging aan de voorkant van de markt. Tegelijkertijd komen er minimumeisen voor iedereen voor de productie van asfalt, beton en staal in relatie tot de MKI. Daarmee ontwikkel je de gehele markt.” CROW wil dit onderdeel van de aanpak vertalen in de RAW-systematiek. Een vertegenwoordiger van het ministerie is daarom betrokken bij de MKI-werkgroep.
Kabinet
Kortom kiest het kabinet voor een tweesporenbeleid met afgedwongen MKI-sturing: enerzijds een verplicht basis duurzaamheidsniveau op materiaalniveau voor asfalt, beton en staal, en daarnaast de verplichting om in te kopen met MKI in de aanbesteding en contractering van grote projecten. Die eerste maatregel zorgt voor een gelijk speelveld en stimuleert investeringszekerheid bij de verduurzaming van productieprocessen. Maatregel 2 is een stimulans voor koplopers in de sector en draagt tegelijkertijd bij aan versnelling voor de achterhoede van de sector.
Het duurt nog wel even voor het zover is. Volgens de huidige planning landt het wetsvoorstel eind 2026 in de Tweede en de Eerste Kamer en is de inwerkingtreding voorzien voor begin 2027.
Intussen wordt binnen CROW hard gewerkt aan de verduurzaming van de RAW-systematiek. Meer werkgroepen dan ooit tevoren lopen momenteel om hier in rap tempo slagen mee te maken. Lees er hier meer over.