Nieuwsbericht

Biologische bestrijding Japanse duizendknoop, Watercrassula en Grote waternavel

In de afgelopen jaren is er in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland veldonderzoek gedaan naar de biologische bestrijding van Japanse duizendknoop, Watercrassula en Grote waternavel. In dit nieuwsbericht lees je meer over de resultaten en het vervolg.

Profielfoto van Peter van de Ven
19 februari 2025 | 2 minuten lezen

In de afgelopen jaren is er in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland veldonderzoek gedaan naar de biologische bestrijding van Japanse duizendknoop, Watercrassula en Grote waternavel. In dit nieuwsbericht lees je meer over de resultaten en het vervolg.

Bladvlo en de Japanse duizendknoop

De Japanse bladvlo (Aphalara itadori) is een klein insect dat helpt bij het bestrijden van de Aziatische duizendknoop, een plant die zich snel verspreidt en moeilijk te verwijderen is. De bladvlo leeft alleen op deze plantensoort en voedt zich met het sap van de bladeren. Hierdoor verzwakt de duizendknoop en groeit hij minder snel.

Onderzoek naar de bladvlo in Nederland

In 2021 is een onderzoek afgerond naar de overleving en voortplanting van de bladvlo in Nederland (download de brochure). In 2024 werden drie locaties waar de bladvlo is uitgezet voor het laatst gecontroleerd. Sinds 2021 zijn er op de locatie in Amsterdam geen bladvlooien meer gevonden. In Zeist en Lage Mierde leek de bladvlo in 2023 ook verdwenen, maar in juli 2023 werd er toch een klein aantal bladvlooien in Lage Mierde aangetroffen. In het voorjaar van 2024 werden er ook enkele bladvlooien in Zeist gevonden.

In de nazomer van 2024 is de bladvlo op geen enkele locatie meer aangetroffen. Dit betekent dat de bladvlo zich in Zeist minimaal drie jaar en in Lage Mierde minimaal twee jaar heeft kunnen handhaven, maar zonder sterke groei van de populatie.

Ondanks de kleine aantallen bladvlooien, werd er wel schade aan de duizendknoopplanten gezien. Sommige jonge blaadjes waren misvormd en de stengels bleven korter. Omdat de bladvlo vooral jonge duizendknoopplanten aantast, zou dit kunnen helpen in combinatie met andere bestrijdingsmethoden.

Het #uitde1000knoop consortium is een samenwerking aangegaan met Natuur & Ruimte BV. Zij verwijderen op veel plekken in Nederland de wortelstokken van de duizendknoop en blijven jarenlang de hergroei handmatig weghalen. Onderzocht wordt of de bladvlo hierbij kan helpen, zodat dit werk sneller en makkelijker wordt.

Helaas viel dit vervolgonderzoek niet onder de bestaande vergunning. Daarom is in december 2024 een nieuwe vergunning aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Mijt en snuitkever: bestrijding van watercrassula en grote waternavel

Ook het onderzoek naar de bestrijding van watercrassula en grote waternavel heeft niet stil gestaan. Wetenschappers van CABI in het Verenigd Koninkrijk hebben onderzocht of de planten in het VK en Nederland tot dezelfde groep behoren. Dit bleek het geval te zijn, waardoor de onderzoeksresultaten uit het VK ook bruikbaar zijn voor Nederland.

Onderzoek naar de mijt in het VK

Sinds 2018 is in Engeland en Wales een mijt ingezet om Watercrassula te bestrijden. Op verschillende plekken zijn veldproeven gedaan en de mijt heeft zich op sommige locaties verspreid en overwinterd. Nu wordt er gewerkt aan het verhogen van het aantal mijten op die plekken, zodat ze zich beter kunnen vestigen en effectiever kunnen zijn.

Onderzoek naar de snuitkever in het VK

In 2021 zijn in Engeland de eerste proeven gestart met de snuitkever tegen Grote waternavel. De kevers zijn op 22 locaties uitgezet en hebben op 12 plekken succesvol overwinterd. Ze verminderen de groei van de grote waternavel en verzwakken de plant. Ook verspreiden de kevers zich naar nieuwe wateren. De beste resultaten kwamen uit het warmere zuiden van Engeland. Vervolgonderzoek moet betere uitzetlocaties opleveren om de kans op vestiging te vergroten.

Vervolg voor Nederland

Dit jaar heeft CABI in Engeland extra testen gedaan met Nederlandse plantensoorten. Zo is onderzocht of de mijt en snuitkever ook andere planten kunnen aantasten, zoals verwante soorten of planten die belangrijk zijn voor de landbouw. Dit is nodig voor de risicoanalyse die moet worden ingediend bij de vergunningaanvraag. De NVWA en waterschappen hebben geholpen bij het verzamelen van Nederlandse planten voor dit onderzoek.

Om ook in Nederland veldproeven met de mijt en de snuitkever te kunnen doen is in december 2024 een omgevingsvergunning aangevraagd.

Op 11 maart houden we een bijeenkomst over invasieve exoten. Kijk hier voor meer informatie.