‘Doe vooral wat je kunt, leg die lat zo hoog mogelijk’
De opeenstapeling van doelstellingen en opgaven kan je bijna verlammen. Het idee van: hoe krijgen we het allemaal uitgevoerd? Als adviseur Duurzaamheid bij BAM Infra Nederland spreekt Jan van den Berg liever niet over ‘lastige keuzes’ en ‘dilemma’s’. Want wie standaard begint bij een duurzaam en klimaatadaptief ontwerp, creëert vanzelf allerlei kansen en mogelijkheden. Daar is hij van overtuigd. Met mooie opbrengsten op korte én langere termijn. Benieuwd naar zijn verhaal? In deze aflevering van Het Dilemma deelt hij zijn inzichten.

Kun je kort uitleggen wat jouw rol is binnen BAM Infra?
‘Ik werk sinds drie jaar bij BAM, waarvan de eerste 2 jaar als trainee, waarbij ik elk half jaar een nieuwe opdracht heb gedaan bij steeds een ander onderdeel van BAM. Sinds december 2023 ben ik adviseur duurzaamheid bij BAM Infra Nederland. Mijn focus ligt op duurzaamheid, met bijzondere aandacht voor klimaatadaptatie. In 2023 hebben we als BAM onze duurzaamheidsdoelstellingen aangescherpt en gekoppeld aan de Sustainable Development Goals van de VN. Zo nemen we als groot bouwbedrijf onze verantwoordelijkheid om te transformeren naar een duurzaam bedrijf. Niet alleen door verdere klimaatverandering tegen te gaan door onze projecten duurzaam uit te voeren, met weinig CO2-uitstoot. Maar ook door duurzamere projecten te bouwen en een positieve bijdrage te leveren aan een mooier Nederland, met thema’s als welzijn, biodiversiteit en klimaatadaptatie. Ons doel is dat klimaatadaptatie in 2030 standaard onderdeel is van onze projecten. Mijn rol is om te kijken naar de impact van klimaatverandering op onze projectlocaties en hoe BAM daarop kan anticiperen.’
Hoe onderscheiden jullie je met klimaatadaptatie van andere grote partijen in de sector?
‘Een belangrijk verschil is dat wij onze projecten standaard onderwerpen aan de BAM Klimaateffectscan, die we tijdens de afgelopen InfraTech gratis hebben aangeboden. Deze in-house ontwikkelde scan toont visueel de impact en lokale risico’s van klimaatverandering en geeft maatregelen om die risico’s te verkleinen. BAM voert deze scan bij al onze grote projecten uit, ook als de klant dat niet expliciet vraagt. Zo informeren we klanten proactief en starten we een concreet gesprek over risico’s en beheersing. Of we hierin uniek zijn? Dat weet ik niet zeker, maar ik heb dit nog niet bij andere bouwers gezien.’
Deze verhalenserie gaat over dilemma’s en keuzes. Wat is het dilemma rondom klimaatadaptatie waar jullie mee te maken hebben?
‘Wat ik al zei: ik zie het niet echt als een dilemma. Opdrachtgevers weten hoe belangrijk klimaatadaptatie en verduurzaming zijn. Het vraagt soms extra investeringen of meer inspanningen in de ontwerpfase, zoals waterdoorlatende bestrating of groenvoorzieningen die bijdragen aan biodiversiteit. Maar als je de kosten en baten in de ontwerpfase goed inzichtelijk maakt – en dan ook echt álle baten, inclusief de maatschappelijke – dan zie je dat die investeringen zichzelf terugbetalen.’
Hij vervolgt: ‘Laat ik het anders zeggen: als je nu iets aanlegt tegen minimale kosten, moet je binnen tien jaar opnieuw investeren om aan te passen aan bijvoorbeeld hittestress of wateroverlast. Dat is weggegooid geld. Het vraagt om visie: kies je voor een minimale oplossing of voor een toekomstbestendige aanpak, zelfs als die aan de voorkant iets meer kost?’
Kun je een concreet voorbeeld geven van zo’n slimme, duurzame keuze?
‘Neem de herinrichting van een stedelijk gebied. Je kunt kiezen voor reguliere bestrating, wat goedkoper is, maar op termijn problemen oplevert door hittestress of wateroverlast. Of je kiest voor wadi’s, waterdoorlatende bestrating en afkoppeling van het stelsel voor hemelwaterafvoer, die deze problemen voorkomen. De eerste optie past vaak beter binnen het budget, maar de tweede bespaart op termijn veel geld en draagt bij aan biodiversiteit en droogtepreventie. Het is op de lange termijn duurzamer en kostenefficiënter om het in een keer goed te doen.’
Hoe reageren opdrachtgevers op deze visie?
‘Opdrachtgevers zijn soms terughoudend vanwege politieke en budgettaire beperkingen. Het is onze taak om de voordelen van klimaatadaptatie overtuigend over te brengen. We laten zien dat hittestress en wateroverlast niet alleen technische uitdagingen zijn, maar ook grote sociale impact hebben. Dit vraagt om een open gesprek waarin we ook maatschappelijke baten meenemen.’
Hoe combineer je klimaatadaptatie met andere duurzaamheidsdoelen, zoals emissieloos bouwen?
‘Daarvoor is het belangrijk om duurzaamheid breed te benaderen. Klimaatadaptatie en emissieloos bouwen hoeven elkaar niet uit te sluiten. Een goed voorbeeld is slank ontwerpen: minder materiaalgebruik betekent minder uitstoot en vaak ook minder kosten. Natuurlijke oplossingen, zoals dijken versterken met begroeiing, dragen bij aan zowel klimaatadaptatie als biodiversiteit.’
Welke dilemma’s zie jij wél voorbijkomen binnen de sector?
‘De keuze voor Schoon en Emissieloos Bouwen zou standaard moeten zijn, maar opdrachtgevers zijn soms terughoudend. Ze denken dat het meer tijd, geld of inzet kost, ook omdat niet overal zero-emissie materieel beschikbaar is. Toch kan er al veel zonder hogere kosten. Als de hele sector samenwerkt, kunnen we sneller leren en de transitie versnellen. Voor opdrachtgevers voelt het vaak nog als een dilemma, maar dat is het niet meer. We moeten simpelweg beginnen. In 2030 willen we in Nederland 55 procent minder uitstoten dan in 1990 en in 2050 willen we klimaatneutraal zijn. Laten we die stap nu zetten – niet omdat het makkelijk is, maar omdat het nodig is.’
Hoe kijk je naar de verhouding tussen standaardisering en maatwerk binnen verduurzaming?
‘Standaardisering helpt om kosten te beheersen en efficiënter te werken, vooral bij vergelijkbare projecten. Een goed voorbeeld hiervan is het toepassen van klimaatadaptieve maatregelen op basis van standaardwijktypes. Denk aan vooroorlogse stadswijken, naoorlogse uitbreidingswijken of moderne nieuwbouwwijken. Voor elk type kun je een standaardconcept ontwikkelen, in een villawijk is hitte een veel minder groot probleem dan in volkswijk.’
Hij vervolgt: ‘Zo’n concept zou kunnen dienen als blauwdruk die op veel locaties toepasbaar is, waardoor we sneller en effectiever kunnen verduurzamen. Tegelijkertijd vraagt unieke context, zoals complexe stedelijke gebieden, om maatwerk. Het is een kwestie van standaardiseren waar mogelijk en maatwerk toepassen waar nodig.’
Hoe ga je om met procesmatige dilemma’s, bijvoorbeeld bij kleinere gemeenten?
‘Kleinere gemeenten staan vaak voor de keuze: starten met laaghangend fruit om ervaring op te doen of direct focussen op gebieden waar de meeste impact kan worden gemaakt. Beide opties hebben voor- en nadelen. Wij adviseren klein te beginnen en van daaruit op te schalen. Het belangrijkste is om überhaupt te starten. Verduurzaming uitstellen helpt niemand. Mijn advies: doe wat je kunt en leg de lat zo hoog mogelijk. Zeker bij nieuwe projecten is dit hét moment om het voor de komende vijftig jaar goed te regelen.’
Hoe zie je de toekomst van verduurzaming in de bouwsector?
‘Ik geloof dat we als sector meer ambitie moeten en kunnen tonen. De standaard zou moeten zijn dat alles wat we bouwen klimaatadaptief is. Een eerste stap die je makkelijk kunt nemen is het in kaart brengen wat klimaatverandering van jouw straat of weg vraagt. Leveranciers bieden enorm veel oplossingen en er wordt keihard geïnnoveerd, ook bij onze partners. Dus ik denk dat de beweging al is ingezet.’
Hij vervolgt: ‘Dit vraagt wel om duidelijke richtlijnen, zoals die van CROW, die door de hele sector worden gebruikt. Daarnaast moeten we blijven innoveren en openstaan voor nieuwe oplossingen. Klimaatadaptatie en duurzaamheid zijn geen luxe, maar noodzaak. Wat ik daarnet al zei: als we nu niet investeren, betalen we later de prijs – en dat is een prijs die we niet kunnen veroorloven.’
Wat is jouw advies aan opdrachtgevers die dan toch worstelen met dit dilemma?
‘Mijn advies is om bij elke vierkante meter die je aanpakt, te streven naar verbetering. Gebruik de huidige investering niet alleen om bestaande problemen op te lossen, maar ook om toekomstige uitdagingen het hoofd te bieden. Denk vooruit en wees niet bang om keuzes te maken die op de korte termijn wellicht meer kosten, maar op de lange termijn veel meer opleveren. En vooral: voer het open gesprek met je partners in de sector. Alleen samen kunnen we deze dilemma’s oplossen.’
Zijn er nog specifieke projecten waar je trots op bent?
‘Een mooi voorbeeld vind ik het Stadsklimaatbos op de TU Delft. Naar een ontwerp van de universiteit hebben we het voorplein van de faculteit Bouwkunde omgetoverd tot een boomrijke wadi waar natuur, biodiversiteit en ecologie samenkomen. Dankzij eerder onderzoek naar hittestress op de binnenplaats wisten we precies waar de meeste koelende bomen moesten worden geplaatst. Het laat goed zien dat de kracht van de natuur ons kan helpen.’
Hij zegt tot slot: ‘Een ander project waar ik trots op ben, is onze samenwerking met Schiphol. Door onze langdurige samenwerking hebben we goed inzicht in het hemelwaterafvoerstelsel en kunnen we de hemelwaterafvoer voor geheel Schiphol verbeteren om kritieke assets droog te houden bij extreme buien. Schiphol is een klant met net als BAM uitdagende duurzaamheidsambities. We zitten daarmee samen op één lijn, houden elkaar scherp en dagen elkaar uit.’