Praktijkvoorbeeld

Deventer pakt de regie over de ondergrond: ‘Als we niet samenwerken, gaan we niet versnellen.’

Casus gemeente Deventer

Ja, óók in Deventer raakt de ondergrond vol. Van kabels, leidingen, riolering en fundering tot aan boomwortels; de drukte verschilt per wijk, maar het wordt wel steeds lastiger om overzicht te houden. Wat ligt waar, wie is de eigenaar en op welke plek is nog ruimte? Die laatste vraag is extra belangrijk in het licht van alle nieuwbouw en toekomstige ontwikkelingen. Neem alleen al de netverzwaring: tot 2035 krijgt Deventer er nog zo’n 350 nieuwe transformatorhuisjes bij. Waar laat je die? De gemeente Deventer besloot niet af te wachten, maar de samenwerking op te zoeken waar dat kan en de regie te nemen waar nodig. Hoe pakken ze dit aan? En wat kunnen andere gemeenten hiervan leren?

Bij al die voorzieningen in de bodem hebben verschillende partijen een stukje ruimte in handen. Van gemeente en provincie, tot aan woningcorporaties, telecombedrijven, netbeheerders en particulieren. Sterker nog: in Deventer kon iedereen ‘gewoon’ ruimte claimen om onder de grond iets aan te leggen. Het werd steeds voller, zonder een duidelijke strategie voor de langere termijn.

Inmiddels stapelen de uitdagingen zich op en is dat systeem niet langer houdbaar. Denk bijvoorbeeld aan de energietransitie, de warmtetransitie, de netverzwaring en de klimaatadaptatie. ‘Al deze opgaven vragen veel van de ondergrond,’ zegt Jan Pluim, programmaonderdeelmanager bij de gemeente. ‘Als we niets doen, dan wordt het een gevecht tussen partijen die allemaal hun plek opeisen.’ Dat vraagt om een radicaal andere aanpak, met nieuwe spelregels, legt hij uit. Niet meer ‘wie het eerst komt, die het eerst maalt’, maar een doordacht systeem waarin je keuzes integraal afweegt.