Start onderzoeksboringen aardwarmte in Brabant
Is het mogelijk om aardwarmte uit de Brabantse ondergrond te gebruiken als warmtebron? Het onderzoek ‘SCAN’ is gestart met onderzoeksboringen naar aardwarmte in de provincie Noord-Brabant. De resultaten van deze boringen kunnen meer duidelijkheid geven of de Brabantse ondergrond geschikt is om aardwarmte uit de grond te halen. Heijningen (gemeente Moerdijk) is de eerste van 3 plaatsen in Brabant waar onderzoek wordt gedaan naar aardwarmte. Daarna volgen Heesch (gemeente Bernheze) en Eindhoven.
EBN en TNO zijn de uitvoerende partijen van het onderzoek SCAN. Zij hebben voor het onderzoek een subsidie ontvangen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Wat is aardwarmte?
Diep in de aarde is het warm. En hoe dieper je gaat, hoe warmer het is. Op een diepte van 2 tot 3 kilometer is warm water met temperaturen tussen de 70 en 100 °C te vinden. Als water in doorlatende aardlagen (lagen waar water gemakkelijker doorheen kan stromen) zit, kan het omhoog worden gepompt. De warmte van het water kunnen we dan gebruiken om huizen en gebouwen te verwarmen. Het afgekoelde water wordt daarna teruggebracht in de ondergrond, waar het op een natuurlijke manier weer opwarmt. Zo vormt aardwarmte een duurzame energiebron zonder de invloed van wind en zon. In Nederland wordt aardwarmte al gebruikt om kassen te verwarmen. Aardwarmte wordt ook wel ‘geothermie’ genoemd.
De aanwezigheid van aardwarmte is belangrijk in de Brabantse warmtetransitie. Als we in Brabant in 2050 klimaatneutraal willen zijn, dan is er duurzame warmte nodig om woningen en bedrijven te verwarmen. Eén geothermiebron kan 4.000 tot 10.000 woningen verwarmen.
Wat gebeurt er tijdens het onderzoek?
Tijdens de onderzoeksboring wordt gekeken naar de temperatuur van het water in de aardlagen. En of de aardlagen de goede doorlatendheid hebben. Doordat de onderzochte lagen ver doorlopen, zijn de resultaten nuttig voor een groot gebied. De informatie uit het onderzoek maakt het mogelijk om vast te stellen welke plekken geschikt zouden zijn voor aardwarmte.
Hoe verloopt het onderzoek?
In Heijningen is een boortoren met een hoogte van 41 meter geplaatst, waarmee een gat met een diepte van 850 meter wordt geboord. De diepte van het boorgat verschilt op iedere locatie, afhankelijk van de ondergrond. Een gemiddeld onderzoek duurt ongeveer 4 tot 10 weken. De boringen veroorzaken geen trillingen, maar wel minimaal geluid. Als er voldoende gegevens zijn verzameld, wordt het boorgat dichtgemaakt en is er niets meer te zien. Met opbouw en afbouw duurt het proces zo’n 6 maanden.
Rol van de provincie
De provincie ziet de onderzoeksboring als een belangrijke stap om meer inzicht te krijgen in de mogelijkheden om aardwarmte uit de grond te halen. Samen met EBN heeft de provincie gekeken in welke Brabantse gemeenten een onderzoeksboring kan plaatsvinden. Deze eerste boring is nuttig voor de regio West-Brabant en de geplande boringen in de regio Oss (Heesch) en Eindhoven (Nuenen of Eindhoven) zijn van waarde voor Noordoost- en Zuidoost-Brabant. Om de onderzoeksboringen mogelijk te maken, heeft de provincie geadviseerd op de benodigde mijnbouw- en omgevingsvergunningen. Daarnaast is de provincie dit jaar het actieplan versnelling geothermie gestart.