Nieuwsbericht

Advies Zuid Holland: deals nodig voor ontwikkeling warmtenetten

Als het niet lukt om warmtenetten uit te rollen in Zuid-Holland, worden de klimaatdoelen niet gehaald en gaat de energietransitie veel duurder uitpakken. Gemeenten in Zuid-Holland moeten daarom samenwerken in clusters om warmtebronnen beter te gebruiken en vraag goed te bundelen. Dit voorkomt dat gemeenten apart van elkaar warmte gaan ontwikkelen, wat inefficiënt en duur is. Dit blijkt uit het advies ‘Vlottrekken warmte in Zuid-Holland’ (opent in nieuw venster) dat kwartiermaker Tjerk Wagenaar op 5 november aanbood. Wagenaar onderzocht welke stappen gezet moeten worden om de warmtetransitie in Zuid-Holland voor elkaar te krijgen.

Profielfoto van Peter van de Ven
14 november 2024 | 1 minuut lezen

Economische schade voorkomen

Door nu grootschalige warmtenetten aan te leggen in Zuid-Holland, kun je in de toekomst miljarden euro's besparen, omdat het elektriciteitsnet minder verzwaard hoeft te worden. Immers, als veel mensen hun huizen met warm water gaan verwarmen, hoeven mensen bijvoorbeeld geen elektrische warmtepomp aan te schaffen. Ook wordt economische schade voorkomen; er is straks meer ruimte op het elektriciteitsnet voor bedrijven die willen groeien of verduurzamen. Stilstand dreigt echter: de nieuwe Wet collectieve warmte (Wcw) laat lang op zich wachten. Huidige energiebedrijven maken een terugtrekkende beweging omdat perspectief ontbreekt om te investeren.

Betaalbaarheid cruciaal

Om de overstap van gas naar warmte te maken, is het cruciaal dat verwarmen met warm water het voordelige alternatief is. Wagenaar adviseert daarom om in de Wcw op te nemen dat warmte voor inwoners niet alleen voordeliger moet zijn dan een gasgestookte cv-ketel, maar ook voordeliger dan een warmtepomp. Ook moet het voor bedrijven interessanter worden om lange termijn investeringen te doen in warmtenetten.

Ideale omstandigheden

De provincie Zuid-Holland heeft ideale omstandigheden om aardgas te vervangen door duurzame warmte. Er zijn veel geothermiebronnen in de ondergrond en de Rotterdamse haven biedt veel kansen voor restwarmte uit de industrie. Daarnaast zijn er veel potentiële afnemers van warmte: huishoudens, bedrijven en de glastuinbouw. Het advies stelt dat er 6 regionale clusters moeten komen om gezamenlijk warmtenetten van de grond te krijgen. Dit zijn de clusters Drechtsteden, Haaglanden, Holland Rijnland, Oostland, Rotterdam en Westland. Om tot concrete resultaten te komen, moeten gemeenten, provincie, en het Rijk clusterdeals sluiten.